De Costa Brava (Catalaans voor Ruige, wilde kust) is een 200 kilometer lange kuststrook van de Middellandse Zee in Catalonië, in het noordoosten van Spanje die begint bij Portbou aan de Franse grens en loopt tot Blanes waar hij over gaat in de Costa del Maresme.
De term Costa Brava vindt men voor de eerste keer terug in de Catalaanse krant La Veu de Catalunya op 12 september 1908 in een artikel van de schrijver en dichter Ferran Agulló. Hij beschrijft daarmee het ruige, toen nog onherbergzame, karakter van de kust met zijn vele onregelmatige rotsen en baaien. Op 29 september 1963, heeft het stadsbestuur van Sant Feliu de Guíxols op de kaap van het Ermitatge de Sant Elm een gedenksteen opgericht, precies op de plaats waar Ferran Agulló de inspiratie voor de naam van de kust gevonden zou hebben, al wordt de authenticiteit van deze anekdote betwist.
Er heerst een mediterraan klimaat.
De streek wordt soms geplaagd door de tramontana, een felle, koude noordenwind die vooral in de winter ijzige lucht aanvoert in een wolkeloze stralend blauwe hemel.
De kust is zeer woest en wild door de vele rotsformaties die soms tot in zee uitlopen, dit zijn uitlopers van de Pyreneeën. Langs de 200 kilometer lange, rotsige kust zijn er vele fraaie baaien.
Brede zandstranden zijn zeldzaam.
Eigenlijk zijn de enige twee de stranden in de enorme Golf van Roses en in de Golf van Pals.
Maar juist aan de kleine, door pijnbomen omgeven baaitjes ontleent de streek zijn uitstraling.
De stranden bestaan meestal uit grof zand, fijn grind of kiezels.
Het water is er vaak buitengewoon helder, wat overigens geen garantie is voor ‘zuiver’ water.
Onderstaand belangrijkste toeristenplaatsen: